Den Haag – In de Voorjaarsnota 2025 kondigt het kabinet een bevriezing van de huren in de sociale huursector aan. Dit ingrijpende besluit, bedoeld om huurders te ontzien in een tijd van aanhoudende koopkrachtproblemen, heeft verstrekkende gevolgen voor woningcorporaties. Terwijl huishoudens tijdelijk lucht krijgen, luiden veel corporaties de noodklok over hun investeringscapaciteit.
Effecten op woningcorporaties
De maatregel heeft echter forse implicaties voor woningcorporaties. Zij kampen al geruime tijd met hoge kosten voor nieuwbouw, verduurzaming en onderhoud. De jaarlijkse huurverhoging is een belangrijke bron van inkomsten om deze investeringen te bekostigen.
Volgens branchevereniging Aedes kan de huurbevriezing leiden tot een structureel verlies van honderden miljoenen euro’s aan huurinkomsten. “Deze maatregel klinkt sympathiek, maar legt een zware hypotheek op onze investeringscapaciteit,” aldus Aedes-voorzitter Martin van Rijn. “Zonder compensatie dreigen vertragingen in renovaties, verduurzaming en het bouwen van nieuwe sociale huurwoningen.”
Oproep tot compensatie
Woningcorporaties dringen er bij het kabinet op aan om met een financieel steunpakket te komen. Een mogelijkheid zou zijn om de verhuurderheffing-definitief afgeschaft in 2023 – verder aan te wenden als compensatie. Ook wordt gekeken naar de inzet van het Woningbouwimpuls-fonds om knelpunten op te vangen.
Daarnaast wijzen sommige experts op de mogelijkheid van een gerichte huurbevriezing, bijvoorbeeld alleen voor huishoudens met de laagste inkomens, om de impact op corporaties te beperken.
Achtergrond van het besluit
De maatregel komt voort uit de aanhoudende druk op huishoudens met lage inkomens. Stijgende energiekosten, voedselprijzen en een krappe woningmarkt hebben geleid tot een onhoudbare situatie voor veel huurders. Het kabinet kiest daarom in 2025 (en 2026) voor een tijdelijke huurbevriezing in de gereguleerde huursector, waarmee zo’n 2,3 miljoen huurders worden beschermd tegen verdere lastenverzwaring.
Wat houdt de huurbevriezing in?
Concreet betekent de maatregel dat de huren van gereguleerde sociale huurwoningen dit jaar niet mogen stijgen. Voor het eerst sinds jaren wordt daarmee afgeweken van de jaarlijkse indexatie op basis van inflatie en loonontwikkeling. Het kabinet wil hiermee voorkomen dat lagere inkomensgroepen verder in de knel komen door stijgende woonlasten.
Impact op woningcorporaties
Voor woningcorporaties betekent het stilzetten van de huurinkomsten echter een forse financiële tegenvaller. Corporaties zijn afhankelijk van huurstromen om te kunnen investeren in nieuwbouw, verduurzaming en onderhoud. Door de maatregel missen zij naar schatting ruim €250 miljoen aan extra inkomsten in 2025.
Volgens brancheorganisatie Aedes dreigt hierdoor vertraging bij geplande projecten. “We staan voor een grote opgave: 250.000 nieuwe sociale huurwoningen bouwen voor 2030, en tegelijk versneld verduurzamen. Zonder indexering van de huren wordt dit haast onmogelijk,” aldus Aedes-voorzitter Martin van Rijn.
Volgens Aedes vermindert door deze huurbevriezing de investeringsruimte voor woningcorporaties de komende tien jaar met € 47,5 miljard. Het WSW concludeert op basis van een impactanalyse dat maar liefst 140 corporaties al meteen moeten starten om investeringen fors terug te schroeven. Finance Ideas becijferde dat 61 corporaties zelfs acute problemen oplopen.
Risico’s voor woningbouw en verduurzaming
De maatregel kan leiden tot het uitstellen van nieuwbouwprojecten of renovaties. In sommige regio’s waar de grond- en bouwkosten hoog zijn, overwegen corporaties projecten volledig te schrappen. Ook de verduurzamingsopgave, cruciaal voor het halen van klimaatdoelen en het verlagen van energielasten, komt onder druk te staan.
Daarbij speelt ook de verhuurderheffing uit het verleden nog mee in de financiële positie van sommige corporaties. Hoewel deze belasting inmiddels is afgeschaft, hebben veel corporaties buffers moeten aanspreken die nog niet zijn hersteld.
Compensatiemaatregelen in de maak?
Het kabinet heeft aangegeven met corporaties in gesprek te gaan over mogelijke compensatiemaatregelen. Een deel van de bezuinigingen uit de Voorjaarsnota zou kunnen worden ingezet om corporaties financieel te ondersteunen, bijvoorbeeld via specifieke fondsen of investeringssubsidies. Concrete toezeggingen zijn echter nog niet gedaan.
Reactie vanuit de samenleving
Huurdersorganisaties reageren overwegend positief. De Woonbond noemt de maatregel “een belangrijke stap richting meer woonzekerheid in onzekere economische tijden.” Toch klinkt ook daar voorzichtigheid: de Woonbond pleit ervoor dat huurbevriezing samengaat met blijvende investeringen in betaalbare woningen.
Toekomstperspectief
De komende maanden zal blijken hoe de maatregel zich vertaalt in de praktijk. Veel hangt af van de verdere uitwerking door het ministerie van BZK en de bereidheid van het kabinet om woningcorporaties financieel tegemoet te komen. Zonder aanvullende maatregelen bestaat het risico dat de maatregel, bedoeld om kwetsbare huurders te beschermen, op langere termijn juist leidt tot een schaarser en minder duurzaam woningaanbod.
Conclusie
De huurbevriezing biedt op korte termijn verlichting voor huurders, maar heeft potentieel ontwrichtende gevolgen voor de sociale woningbouw op de lange termijn. Het evenwicht tussen betaalbaarheid voor bewoners en de financiële duurzaamheid van woningcorporaties lijkt opnieuw onder druk te komen staan. De komende maanden worden cruciaal in het vinden van een compromis dat recht doet aan beide kanten van de woningmarkt.